This article first appeared in Durf Denken, where you can also find an English version.
Elk kind aan het coderen krijgen, dat is de gedeelde missie van enkele UGent-onderzoekers en het leerplatform FTRPRF. Samen ontwikkelden ze met de steun van VLAIO een digitale co-teacher voor de populaire programmeertaal Scratch. Een primeur, want voor het eerst is er nu een tool die automatisch Scratch-oefeningen kan evalueren. “Coach CoDi gaat veel verder dan de andere feedbacktools”, zegt UGent-professor Christophe Scholliers.
Het was op een edtech-event in 2020, net voor de coronacrisis bij ons uitbrak, toen FTRPRF-oprichtster Katelijne Duerinck voor het eerst in contact kwam met UGent-onderzoekers Christophe Scholliers, Peter Dawyndt en Niko Strijbol. “Ik voelde meteen dat we hetzelfde doel voor ogen hadden: het makkelijker maken om kinderen te leren coderen. Zo is Coach CoDi ontstaan.”
Drie jaar later is er een feedbacktool die al in zo’n vijftig Vlaamse scholen ingezet wordt. Maar het potentieel is veel groter dan Vlaanderen. Meer dan 100 miljoen kinderen gebruiken programmeertaal Scratch. Allemaal potentiële gebruikers van Coach CoDi.
Om te beginnen, wat doet Coach CoDi precies?
Christophe Scholliers: “Simpel uitgelegd is het een feedbacktool voor een van de meest populaire block based programmeertalen wereldwijd, Scratch. De tool geeft automatisch feedback op oefeningen die de kinderen maken”.
“En dat mag je ruim interpreteren. Stel dat een kind vastzit in het midden van een oefening, dan kan de tool concreet aangeven welke delen van de oefening al juist zijn en waar er nog problemen zijn.”
“Coach CoDi geeft ook tips om kinderen op het juiste denkspoor te zetten. De programma’s die nu bestaan, zijn niet geïntegreerd in Scratch en geven dus enkel algemene feedback. Coach CoDi gaat veel verder dan dat.”
Waarom is dat belangrijk?
Katelijne Duerinck: “Omdat we kinderen niet willen ontmoedigen. Als een kind oefeningen wil maken en dan een rood scherm krijgt omwille van een klein foutje, ontmoedig je dat kind. We willen vermijden dat ze de schouders laten zakken of denken dat ze niet slim genoeg zijn om te coderen. Het is cruciaal dat kinderen plezier beleven terwijl ze coderen. Zeker in de klas lopen de frustraties hoog op. Leerlingen moeten soms lang wachten op hulp.”
Hoe geeft Coach CoDi dan wel feedback?
Katelijne: “Als het kind een oplossing voor de oefening heeft die misschien niet overeenkomt met wat werd aangeleerd, maar die wel werkt, geeft Coach CoDi toch positieve feedback. Voor een probleem zijn er altijd meer dan één of twee oplossingen. Dat is zoals in een les Frans: er zijn zeker vijf verschillende manieren om de weg te vragen. Door kinderen zelf op weg te helpen, maak je hen zelfredzaam en nieuwsgierig om nog meer te leren.”
Kan een leerkracht dat dan niet?
Christophe: “We mogen niet blind zijn voor de realiteit. Een leerkracht staat vaak alleen voor een klas van ongeveer 25 leerlingen. Als ze allemaal één vraag hebben en je wil die één voor één beantwoorden, dan is het lesuur over. Coach CoDi geeft leerlingen onmiddellijk feedback, waardoor ze zelfredzamer aan de slag kunnen met hun programmeeroefeningen in Scratch. Leerkrachten kunnen zich zo toeleggen op het échte werk: leerlingen computationeel aan het denken krijgen. Hen aanleren om problemen op zo’n manier te benaderen dat computers ze kunnen oplossen.”
“Coach CoDi geeft leerlingen onmiddellijk feedback, waardoor ze zelfredzamer aan de slag kunnen met hun programmeeroefeningen in Scratch. Leerkrachten kunnen zich zo toeleggen op het échte werk: leerlingen computationeel aan het denken krijgen.”
prof. christophe scholliers
De rol van de lesgever verandert daardoor?
Katelijne: “Absoluut. Vergelijk het met de spellingcorrector in Word. Dat is een handige tool, maar het kan de lessen Nederlands niet vervangen. Door leerlingen zelfredzamer te maken, kunnen we het leerproces versnellen. Dankzij die tijdswinst wordt het voor leerkrachten haalbaar om computationeel denken aan te leren én kunnen ze zich focussen op kinderen die extra ondersteuning nodig hebben.”
Christophe: “Ik ben heel blij dat computationeel denken sinds kort deel uitmaakt van de leerplannen, want je merkt dat we daar in Vlaanderen nog grote stappen moeten zetten. Op infodagen voor studiekiezers hoor ik nog vaak vreemde uitspraken als: ‘Mijn zoon gamet graag, dus ik denk dat informatica iets voor hem zal zijn’. De leerplannen mogen voor mij nog verder gaan, maar het is een goed begin om meer bewustzijn te creëren.”
Wat is de rol van de UGent in het project?
Christophe: “Wij schreven de code die Coach CoDi in staat stelt om oplossingen voor Scratch-oefeningen automatisch te controleren. Die code integreerde FTRPRF n we in het leerplatform van FTRPRF, zodat de leerlingen er meteen mee aan de slag kunnen. Zijn er toch nog problemen? Komen kinderen met andere correcte codeeroplossingen, dan passen we de code aan. Dan krijgen we snel feedback van leerkrachten en leerlingen en passen we het aan.”
Wat maakt de samenwerking voor jullie bijzonder?
Christophe: “Wat vaak gebeurt aan universiteiten is dat er prototypes worden gemaakt. Die worden voor tachtig procent afgewerkt, omdat ze enkel een concept moeten tonen. Die laatste twintig procent — ze ook effectief klaarmaken om te gebruiken — ontbreekt. Wij willen samen met FTRPRF die stap wel zetten.”
Katelijne: “Daarom is ons project zo uniek. Het blijft niet bij onderzoek, maar het gaat meteen over naar de praktijk. Wij hebben het netwerk én de jarenlange pedagogische ervaring om de tool meteen te laten draaien in klaslokalen. Die wisselwerking tussen onderzoekers, ontwikkelaars en pedagogen is uitzonderlijk.”
Christophe: “Inderdaad, daar zit die twintig procent verschil met andere prototypes. Wij werken samen met de pedagogen van FTRPRF. Zij maken oefeningen op maat van het onderwijs, gebaseerd op de basisconcepten computationeel denken die voorkomen in zowat ieder leerplan wereldwijd.”
“Daarom is ons project zo uniek. Het blijft niet bij onderzoek, maar het gaat meteen over naar de praktijk. Wij hebben het netwerk én de jarenlange pedagogische ervaring om de tool meteen te laten draaien in klaslokalen. Die wisselwerking tussen onderzoekers, ontwikkelaars en pedagogen is uitzonderlijk.”
katelijne duerinck, oprichter ftrprf
Wat zijn de volgende stappen voor Coach CoDi?
Katelijne: “Nu zijn we actief in een vijftigtal scholen in Vlaanderen, vooral in het secundair onderwijs en we hebben al een variant gemaakt voor het lager onderwijs. We hopen nu de volgende stappen te zetten en uit te breiden naar het buitenland.”
Christophe: “We moeten groot durven denken. Scratch wordt nu door bijna meer dan honderd miljoen kinderen wereldwijd gebruikt. Onze tool heeft het potentieel om al die kinderen te helpen. We zijn dan ook in gesprek met de ontwikkelaars van Scratch zelf.”
Wat hopen jullie te bereiken met Coach CoDi?
Christophe: “Ik wil zoveel mogelijk kinderen het plezier van programmeren laten beleven. Een kind dat erg goed kan coderen, is een creatieve denker. Die profielen hebben we nodig om de complexe uitdagingen van de toekomst aan te pakken.”
Katelijne: “In die missie hebben we elkaar gevonden.”